Winkelmandje 0
Klantenservice Inloggen

De geschiedenis van de uitzendbranche in Nederland, 2e druk

De eerste uitzendbureaus in Nederland verschenen aan het eind van de jaren veertig van de twintigste eeuw. Uitzenden viel binnen het brede domein van arbeidsbemiddeling. Vanaf de jaren zestig begon de uitzendbranche aan een gestage groei en professionalisering. Aanvankelijk was sprake van verzet vanuit de overheid en vakbonden. Uitzendbureaus werden soms gezien als ‘koppelbazen in jacquet’. In de jaren zeventig hield de overheid de touwtjes nog stevig in handen via een vergunningenstelsel. Toch werd in toenemende mate ingezien dat uitzendbureaus een nuttige functie konden vervullen in de bestrijding van de groeiende werkeloosheid.

In de jaren tachtig en negentig was sprake van deregulering en liberalisering en ging het roer definitief om. In 1998 werd de vergunningplicht opgeheven. Met de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (1999) werd de uitzendonderneming een reguliere werkgever en de uitzendkracht een werknemer. Tegenwoordig is uitzenden een relatief stabiele en goed gereguleerde vorm in het brede en groeiende palet van flexibele arbeid. Vakbonden beschouwen uitzenden nu zelfs als een preferente vorm. Tegelijkertijd maken zij zich zorgen over ‘doorgeschoten flex’.

De geschiedenis van de uitzendbranche in Nederland werd nog nergens integraal beschreven. Dit boek vult dat hiaat. Het bespreekt de belangrijkste spelers in de ontwikkeling van de branche en plaatst de ontwikkeling van het uitzenden in een bredere context van maatschappelijke ontwikkelingen. De economische ontwikkeling van Nederland, de groei van de sociale zekerheid, de veranderende opvattingen over de rol van de overheid, het poldermodel, de Europese integratie en arbeidsmigratie, malafiditeitsbestrijding en het maatschappelijk debat over de regulering van flexibele arbeid komen aan bod.

Bas Hengstmengel (1979) is advocaat. Hij werkte ruim tien jaar bij de Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten (SNCU). Momenteel is hij verbonden aan BVD Advocaten. Hij is gespecialiseerd in flexibele arbeidsverhoudingen.

De eerste uitzendbureaus in Nederland verschenen aan het eind van de jaren veertig van de twintigste eeuw. Uitzenden viel binnen het brede domein van arbeidsbemiddeling. Vanaf de jaren zestig begon de uitzendbranche aan een gestage groei en professionalisering. Aanvankelijk was sprake van verzet vanuit de overheid en vakbonden. Uitzendbureaus werden soms gezien als ‘koppelbazen in jacquet’. In de jaren zeventig hield de overheid de touwtjes nog stevig in handen via een vergunningenstelsel. Toch werd in toenemende mate ingezien dat uitzendbureaus een nuttige functie konden vervullen in de bestrijding van de groeiende werkeloosheid.

In de jaren tachtig en negentig was sprake van deregulering en liberalisering en ging het roer definitief om. In 1998 werd de vergunningplicht opgeheven. Met de Wet Flexibiliteit en Zekerheid (1999) werd de uitzendonderneming een reguliere werkgever en de uitzendkracht een werknemer. Tegenwoordig is uitzenden een relatief stabiele en goed gereguleerde vorm in het brede en groeiende palet van flexibele arbeid. Vakbonden beschouwen uitzenden nu zelfs als een preferente vorm. Tegelijkertijd maken zij zich zorgen over ‘doorgeschoten flex’.

De geschiedenis van de uitzendbranche in Nederland werd nog nergens integraal beschreven. Dit boek vult dat hiaat. Het bespreekt de belangrijkste spelers in de ontwikkeling van de branche en plaatst de ontwikkeling van het uitzenden in een bredere context van maatschappelijke ontwikkelingen. De economische ontwikkeling van Nederland, de groei van de sociale zekerheid, de veranderende opvattingen over de rol van de overheid, het poldermodel, de Europese integratie en arbeidsmigratie, malafiditeitsbestrijding en het maatschappelijk debat over de regulering van flexibele arbeid komen aan bod.

Bas Hengstmengel (1979) is advocaat. Hij werkte ruim tien jaar bij de Stichting Naleving Cao voor Uitzendkrachten (SNCU). Momenteel is hij verbonden aan BVD Advocaten. Hij is gespecialiseerd in flexibele arbeidsverhoudingen.

Toon meer

Toon minder

€27,95

Artikelnummer

ES157370001

ISBN

9789090387819

Morele dilemma's in de boardroom

‘Dit soort situaties haal je niet uit boeken. Waar doe je goed aan, en welke stappen moet je daarvoor ondernemen?’ (Edwin van der Sar, over ingrijpen na grensoverschrijdend gedrag bij Ajax, in Het Parool in 2022). ‘Een zware morele afweging voor het bestuur’ (Universiteit Maastricht, over het betalen van losgeld na de cyberhack, in universiteitsblad Observant in 2020) Besluiten van bestuurders en commissarissen worden niet altijd begrepen, vaak bekritiseerd en soms zelfs amoreel genoemd. Bij een moreel dilemma kunnen morele normen en belangen conflicteren, en bestuurders en commissarissen moeten daarbij dan vaak moeilijke keuzes maken. De veelgebruikte metafoor van hét morele kompas met maar één te volgen richting, is dan ook een te simpele voorstelling. Dit boek beschrijft inzichten uit de psychologie en corporate governance over morele oordeelsvorming, morele identiteit en de relatie met stakeholder-denken. De praktische handvatten kunnen behulpzaam zijn bij morele dilemma’s in de boardroom. De auteur beschrijft in waargebeurde casussen de soms tegenstrijdige overwegingen die bestuurders en commissarissen bij zo’n moreel dilemma hebben. Het levert boeiende moresprudentie op: verwijzingen naar het gebruik van morele overwegingen of normen bij het nemen van beslissingen in morele dilemma’s. De inzichten in dit boek, aangevuld met onderzoek onder 185 commissarissen, vormen een waardevolle en niet te negeren vraagbaak over morele oordeelsvorming voor bestuurders en commissarissen. Prof. dr Mijntje Lückerath-Rovers (1968) is financieel-econoom en psycholoog, en hoogleraar Corporate Governance aan Tilburg University/TIAS School for Business and Scoiety. Ze is, of was, zelf commissaris of toezichthouder bij o.a. Achmea, NRC Media, Erasmus MC, Diergaarde Blijdorp en Pels Rijcken. Sinds 2007 richt haar onderzoek en onderwijs binnen Corporate Governance zich op langetermijnwaardecreatie, boardroom-dynamics en diversiteit. In 2022 rondde zij de studie Psychologie af met een onderzoek over morele oordeelsvorming door commissarissen.

‘Dit soort situaties haal je niet uit boeken. Waar doe je goed aan, en welke stappen moet je daarvoor ondernemen?’ (Edwin van der Sar, over ingrijpen na grensoverschrijdend gedrag bij Ajax, in Het Parool in 2022). ‘Een zware morele afweging voor het bestuur’ (Universiteit Maastricht, over het betalen van losgeld na de cyberhack, in universiteitsblad Observant in 2020) Besluiten van bestuurders en commissarissen worden niet altijd begrepen, vaak bekritiseerd en soms zelfs amoreel genoemd. Bij een moreel dilemma kunnen morele normen en belangen conflicteren, en bestuurders en commissarissen moeten daarbij dan vaak moeilijke keuzes maken. De veelgebruikte metafoor van hét morele kompas met maar één te volgen richting, is dan ook een te simpele voorstelling. Dit boek beschrijft inzichten uit de psychologie en corporate governance over morele oordeelsvorming, morele identiteit en de relatie met stakeholder-denken. De praktische handvatten kunnen behulpzaam zijn bij morele dilemma’s in de boardroom. De auteur beschrijft in waargebeurde casussen de soms tegenstrijdige overwegingen die bestuurders en commissarissen bij zo’n moreel dilemma hebben. Het levert boeiende moresprudentie op: verwijzingen naar het gebruik van morele overwegingen of normen bij het nemen van beslissingen in morele dilemma’s. De inzichten in dit boek, aangevuld met onderzoek onder 185 commissarissen, vormen een waardevolle en niet te negeren vraagbaak over morele oordeelsvorming voor bestuurders en commissarissen. Prof. dr Mijntje Lückerath-Rovers (1968) is financieel-econoom en psycholoog, en hoogleraar Corporate Governance aan Tilburg University/TIAS School for Business and Scoiety. Ze is, of was, zelf commissaris of toezichthouder bij o.a. Achmea, NRC Media, Erasmus MC, Diergaarde Blijdorp en Pels Rijcken. Sinds 2007 richt haar onderzoek en onderwijs binnen Corporate Governance zich op langetermijnwaardecreatie, boardroom-dynamics en diversiteit. In 2022 rondde zij de studie Psychologie af met een onderzoek over morele oordeelsvorming door commissarissen.

Toon meer

Toon minder

€32,50

Artikelnummer

CB530752267

ISBN

9789083296364

Get Synchronized

Bridging the gap between design and volume production

The interface between Design and Manufacturing forms a locus of frequent interpersonal conflict. Misunderstandings, unwelcome surprises and planning problems are the rule rather than the exception. Within companies that deliver consumer goods in large quantities to the market this interface is also the transition from exploration (seeking new business opportunities) to exploitation (profiting from those consumer products).

This thesis reports on a first exploration of the Design-Manufacturing interface on the level of the participants from both processes using the method of Grounded Theory. This book conceptually describes how these actors bridge the gap between Design and Volume Production and portrays their social process in detail. The insights presented here are to be seen as a social-interactive perspective on the process of product innovation and are complementary to the rational-analytic viewpoint that focuses on the material and tangibility of product and process.

The kind of research that this book presents reflects the increased attention of academic researchers towards the human dimension of the product innovation process. Over the last decade the focus of design researchers has widened from individual designers, via teams of designers towards design teams in corporate settings. This movement increasingly views design as a social process which connects the engineering sciences with the social sciences.

The interface between Design and Manufacturing forms a locus of frequent interpersonal conflict. Misunderstandings, unwelcome surprises and planning problems are the rule rather than the exception. Within companies that deliver consumer goods in large quantities to the market this interface is also the transition from exploration (seeking new business opportunities) to exploitation (profiting from those consumer products).

This thesis reports on a first exploration of the Design-Manufacturing interface on the level of the participants from both processes using the method of Grounded Theory. This book conceptually describes how these actors bridge the gap between Design and Volume Production and portrays their social process in detail. The insights presented here are to be seen as a social-interactive perspective on the process of product innovation and are complementary to the rational-analytic viewpoint that focuses on the material and tangibility of product and process.

The kind of research that this book presents reflects the increased attention of academic researchers towards the human dimension of the product innovation process. Over the last decade the focus of design researchers has widened from individual designers, via teams of designers towards design teams in corporate settings. This movement increasingly views design as a social process which connects the engineering sciences with the social sciences.

Toon meer

Toon minder

€21,10

Artikelnummer

mo0002

ISBN

9789081505321